Inhoud: Zedendelicten zijn voortdurend in beweging als gevolg van veranderende maatschappelijke opvattingen en technische ontwikkelingen zoals internet en sociale media. Mede daardoor rijzen in zedenzaken regelmatig nieuwe vragen waarop u als strafadvocaat antwoorden paraat moet hebben of in uw pleidooi zult moeten kunnen formuleren. Daarbij moet u goed beslagen ten ijs komen.
Hoe worden delicten als schennis van de eerbaarbaarheid, ontucht, aanranding, het verleiden van minderjarigen en zelfs seksueel binnendringen uitgelegd als er alleen online en geen fysiek contact is geweest? Onder welke omstandigheden kunnen afbeeldingen van kinderen kinderporno opleveren? En wanneer is daarbij sprake van ‘vervaardigen’? Dit zijn slechts enkele voorbeelden van veel voorkomende kwesties in zedenzaken waarbij er voor de verdediging veel te winnen valt. Hetzelfde geldt voor de minimumvereisen bij ‘grooming’ en voor de vraag wanneer een seksuele gedraging ontucht oplevert, het schemergebied dat in veel #metoozaken een belangrijke rol speelt.
In deze verdiepingscursus, waarvan dit de 3e editie is, neemt Gerard Spong met PowerPoint-slides aan de hand van actuele rechtspraak en wetgeving en op grond van jarenlange praktijkervaring de belangrijkste materieelrechtelijke invalshoeken en formeelrechtelijk issues in zedenzaken met u door.
Tot de laatste behoren de richtsnoeren van het Openbaar Ministerie voor de aanpak van diverse categorieën zedenzaken waar u als strafadvocaat op kunt inspelen; de perikelen rond de toepassing van de unus testis-regel, zoals de belangrijke vraag wanneer er voldoende concreet steunbewijs aanwezig is; en aspecten van aangiften in zedenzaken, waaronder het herkennen van valse aangiften. Verder wordt de processuele vraag behandeld wanneer het horen van getuigen (aangevers) bij de rechter-commissaris voldoende is en in welke gevallen juist ook om een verhoor ter zitting zou moeten worden gevraagd. Welke verdedigingstactieken kunt u hierbij inzetten en welke processuele risico's zijn daaraan verbonden? Hoe pakt u het verhoren van getuigen in zedenzaken aan? En hoe kleedt u in deze zaken een strafmaatverweer in?
Een belangrijk thema in maatschappelijke discussie over verkrachting is de uitleg van het bestanddeel ‘dwingen’. Wat is de laatste jurisprudentiële stand van zaken op dat punt en welke veranderingen staan ons te wachten met het wetsvoorstel Wet seksuele misdrijven, waarin nieuwe strafbaarstellingen voor verkrachting (opzetverkrachting en schuldverkrachting) zijn geformuleerd?
Enkele van de (overige) onderwerpen die worden behandeld zijn:
Inbegrepen: Bij de cursusprijs is een overzichtelijke reader inbegrepen die u voorafgaand aan de cursus als pdf-bestand online krijgt toegestuurd. Verder ontvangt u na afloop van de cursus de PowerPoint-slides die zijn gebruikt. Tot slot is bij de cursusprijs inbegrepen een lunchbuffet met broodjes en soep en koffie en water tijdens de cursus.
Locatie: De cursus vindt plaats in de Damzaal van de Koninklijke Industrieele Groote Club, met uitzicht op de Dam.
Aantal lesuren: 4.
Aantal opleidingspunten (PO): 4. Ingevolge art. 4.4 lid 5, aanhef en onder a, van de Verordening op de advocatuur, behaalt u door het volgen van deze cursus 4 opleidingspunten.
Certificaat: Uiterlijk twee maanden na afloop van de cursus ontvangt u een door de docenten en de cursusmanager ondertekend cursuscertificaat. De inhoud daarvan dekt alle eisen die door art. 4.4 lid 5, aanhef en onder a, van de Verordening op de advocatuur, worden gesteld. Dit certificaat vormt daarmee een 'adequaat bewijststuk' als bedoeld in art. 4.4 lid 7 van de genoemde Verordening en kunt u als zodanig gebruiken.
Leerdoel: Als u deze cursus heeft gevolgd, beschikt u over voldoende juridische kennis om als raadsman (-vrouw) met vertrouwen de verdediging in een zedenzaak ter hand te kunnen nemen.
Kortingen: klik hier voor een overzicht van onze kortingen op de cursusprijs.