Vrijspraak van rijden onder invloed van amfetamine

 

Amsterdam, 8 juli 2020

Vandaag behaalde Bernard Sprenger bij het Gerechtshof Amsterdam een vrijspraak in een strafzaak over rijden onder invloed van amfetamine. Het hof volgde zijn betoog dat de strikte wettelijke waarborgen voor bloedonderzoek niet waren nageleefd.

De waarborg waarom het ging was het vereiste dat de opsporingsambtenaar die bij het bloedonderzoek aanwezig is geweest ervoor moet zorg dragen dat het buisje met bloed "zo spoedig mogelijk" wordt bezorgd bij het laboratorium.

Deze verplichting staat in artikel 13, eerste lid, onder d, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, welk besluit is gebaseerd op artikel 163, achtste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Als deze strikte wettelijke waarborg niet wordt nageleefd, is er geen sprake van "een onderzoek" als bedoeld in de verbodsbepaling van artikel 8, vijfde lid, Wegenverkeerswet 1994, waarvan de overtreding als misdrijf strafbaar is gesteld in artikel 176, vierde lid, Wegenverkeerswet 1994.     

In deze zaak was er een tijdsverloop van 11 dagen tussen het afnemen van het bloed en de ontvangst van de monsters door het laboratorium. Zonder nadere informatie kon het hof niet vaststellen of de bloedmonsters "zo spoedig mogelijk" bij het laboratorium waren bezorgd dan wel door de politie waren verzonden. Er was niet vastgelegd op welke dag de opsporingsambtenaar de monsters had verzonden en ook uit andere gegevens kon niet worden afgeleid dat de monsters "zo spoedig mogelijk" waren bezorgd bij het laboratorium. Het hof oordeelde daarom dat niet aan de genoemde wettelijke waarborg was voldaan. En omdat deze waarborg deel uitmaakt van het stelsel van strikte waarborgen waarmee het bloedonderzoek is omkleed, sloot het hof het resultaat van het bloedonderzoek uit van het bewijs en sprak het de verdachte vrij.
 
Lees de uitspraak in PDF-vorm.
Laatste nieuws